Op de begraafplaats was een betonnen plaat verschoven. Er viel wat licht in de put. Die lag achter de kerk, omgeven door oude stenen grafzerken, kruizen, simpele platte afdekplaten. Veel mos om de graven. Het was een erg oude begraafplaats met een muurtje eromheen.

We waren een jaar of twaalf. Iedere dag speelden we ergens in het dorp. Bij de fruitboeren waar het de sport was in de boomgaard te komen en wat appels mee te nemen zonder dat de boer je zag. Hij had een luchtbuks. Hij schoot op alles wat bewoog.

In de zomer zochten we de polder op, bij het kanaal. We bouwden vlotten van pallets, met drijvers eronder. Bij de fietsenmaker namen we onderdelen mee uit de grote betonnen afvalbak. Liefst hoge sturen of lange voorvormen. Kleine wieltjes.

Die dag waren we op de begraafplaats. Er reden geen auto’s voorbij. Het was na schooltijd, het dorp was nog steeds verlaten. Alleen bij de supermarkt was wat volk. In het huis van de dominee, naast de kerk, niks te zien behalve dikke vitrage. De kerk had geen ogen.

Door de kier zagen we de schedels liggen. De betonnen plaat was erg zwaar. We duwden hem iets verder opzij, dat deden we met z’n vieren. Honderden schedels en botten. Opeens werden we bang en renden we weg. Maar het verhaal namen we met ons mee.

In die tijd, aan het begin van de jaren tachtig, kon zo’n verhaal gewoon een verhaal blijven. Natuurlijk vertelden we thuis wat we gezien hadden, en de mensen van de kerk wisten ook dat er een kelder was waar verjaarde graven na zoveel jaar in opgeruimd werden. Dat hoorden wij later. Dat was het. Verder niks.

Geen nieuwsbericht in een lokale krant, geen bericht op internet, geen filmpje op socials, geen TikTok, geen rumoer. Niks. Het bleef bij onze eigen waarneming, en dat was voldoende om het verhaal nog steeds te laten bestaan. Dat ik het nu opschrijf is eigenlijk een breuk.

Meer dan veertig jaar geleden. Verjaard, net zoals die graven van toen. Het fijne van die tijd was dat je zelf iets kon ontdekken, in alle vrijheid. Het verhaal was er, maar bleef binnen het dorp, en dan alleen binnen een kleine groep in het dorp.

Moet je je voorstellen: dat er nu zo’n put gevonden wordt. Dan zoemt het verhaal krankzinnig rond, dan mag niemand het missen. Dan is het verhaal een middel om kliks te genereren, meer nog dan een verhaal. Dit verhaal van veertig jaar terug vertelt hoeveel stress er tegenwoordig is, om welk verhaal dan ook.

janvanmersbergen