Zoals Carnaval de lente aankondigt, zo volgt er ieder voorjaar, na de koude periode, een moment waarop in voor het eerst mijn visspullen uit de schuur haal, mijn hengel, mijn tas met de tuigjes en de doek en de visvergunning, mijn metaal met stoffen klapstoeltje, mijn bakje voor aas, en ik voor de eerste keerLees meer »

Ik zette een emmer ijs in de tuin. De laatjes van de vriezer liepen steeds moeizamer over de glazen plankjes, en dus was het tijd om dat ding te ontdooien. Ik trok de stekker eruit, achter de plint, bikte het ijs weg met een mes en verzamelde het witte ijs in een emmer. Als mijnLees meer »

Vorige week woensdag zei ik tijdens de boekpresentatie van Eiland zonder schaduw dat ik bij dit boek over mijn moeder een tekst zocht die haar bescheidenheid en karakter kon typeren. Het afgelopen jaar luisterde ik veel naar Jeffrey Martin. Zijn album Thank God we left the garden vind ik erg mooi. Een liedje op datLees meer »

De merels werden al wakker. De maan was eerder die avond een volle maan geweest – veelbelovend, maar nu verschool een iets minder ronde maan zich tussen een paar kleine wolkjes die precies boven het park de bol aan zich bleven onttrekken. Het was een lange nacht geweest. De afterparty van het Boekenbal was nogLees meer »

Sinds mijn moeder er niet meer is bezoek ik regelmatig mijn vader in ons ouderlijk huis. Dat heet mantelzorg, maar zo noem ik het nooit. Mantelzorg is een overkoepelende term voor zorg voor, zo geeft een definitie op internet, chronisch zieken en hulpbehoevenden voor naasten. Ik zorg voor mijn vader, maar niet omdat hij ziekLees meer »

Volgende pagina »