Deze maand lees ik de Waddenthrillers van Mathijs Deen. Na de eerste thriller, De Hollander, bevind ik me momenteel met rechercheur Liewe Cupido op het Noord-Friese eiland Föhr, een voor mij totaal onbekende plek. De Nederlandse Wadden ken ik goed, op Ameland na waar ik nooit geweest ben. Texel, Vlieland, Schier en Terschelling bezocht ik in totaal naar schatting vijftien keer, in mijn jeugd, met een jong gezin, een paar jaar geleden nog met mijn nieuwe gezin. Wat de opzet van Mathijs Deen interessant maakt: de Wadden zijn groter dan alleen de Nederlandse Wadden.

De twee kaartjes voorin de thrillers laten de eilanden boven Friesland zien en daarnaast een veel uitgestrekter overzicht van het Wadengebied, dat helemaal tot de Deense grens doorgaat. De Hollander speelt in het gebied boven de Eems, bij het eiland Borkum. Op een zandplaat is een wadloper gevonden. Onduidelijk of hij in Nederland of in Duitsland ligt. De man maakte in ieder geval deel uit van een Duits drietal dat samen optrok.

Wadlopen is de basis van het boek. Eb en vloed. Heel mooi hoe Deen uiteenzet dat er gradaties zijn in routes, sommige eilanden zijn gemakkelijk te bereiken, een van de eilanden is de Mount Everest onder wadlopers. Dat klinkt sullig, maar toch krijg je langzaam een goed beeld van de gevaren en de ontberingen van het wadlopen. Al oogt de Waddenzee bijna altijd vlak en kalm, het is een verraderlijk gebied.

Een aspect van het wadlopen zocht ik op: als het hoogwater komt stellen wadlopers soms drie palen op met daartussen een net. Daar kunnen ze dan een aantal uren in hangen, tot het water weer wegtrekt. Dat is meteen de reden waarom ik nooit ben gaan wadlopen. In een net boven het water gaan hangen en wachten, dan zou ik gek worden. Maar het gebeurt dus wel, en Deen gebruikt deze kennis heel natuurlijk.

Er is veel over hoofdpersoon Cupido geschreven, vrijwel altijd dat het geen prater is. Dat viel mij niet op. Ik kom uit een gebied dat ergens vergelijkbaar is met de Wadden. Geen eilanden omgeven door de zee, wel door rivieren. Lange tijd afgesneden geweest van de rest van het land. Dat doet iets met de mensen. In zichzelf gekeerd, stug, van nature wantrouwend. Cupido zegt meer dan voldoende, zeker als het politieonderzoek iets intenser wordt. Dan is duidelijkheid geboden, voor de andere personages, en ook voor de lezer.

Dat politieonderzoek is meteen de verhaalopzet: er is iemand dood aangetroffen, de vraag is: hoe steekt dit in elkaar. Deen schrijft heel slim in de tegenwoordige tijd, hij laat zien wat er gebeurt, bijna als een filmscenario. Scènes tonen, dat is het. De lezer gaat mee met de ontwikkelingen die langzaam met het verstrijken van de tijd op z’n plek vallen. Thrillers dus met de opzet: Wie heeft het gedaan? En komt Cupido hier achter?

Dat lukt natuurlijk, de puzzel wordt gelegd. Nu lees ik deze thrillers (De tweede, De duiker, gaat over een man die dood aangetroffen wordt, vastgeketend aan een gezonken schip – spannend.) omdat ik zelf met een thrillerreeks kom, het eerste deel verschijnt in oktober. Setting: de polder waar ik opgegroeid ben, het eiland tussen de rivieren bij de Biesbosch. Het worden geen Biesbosch-thrillers, maar wel dezelfde uitgeeffrequentie; ieder jaar een nieuwe. Ik ben blij dat er schrijvers zijn die dit aandurven, en doen.

De opzet van mijn thrillers is anders. Geen politieonderzoek na een incident. Als een oud-politieman na dertig jaar Amsterdam terugkeert naar zijn polder, om daar rustig te kunnen wonen, wordt hij ingeschakeld als de lokale bevolking (zijn vrienden) last krijgen van zaakjes die het daglicht niet kunnen verdragen. Het zijn geen verhalen waarbij uitgezocht wordt wie de dader is, het zijn verhalen die een antwoord geven op de vraag: Gaan ze het redden?

Terug naar de Waddenthrillers. De waardering die deze boeken krijgen vanuit instituten als de Gouden Strop en de VN Thrillergids is vooral gebaseerd op de schrijfstijl van Deen. Totaal geen expliciete uitleg over de moordzaak, zoals vaak bij spannende boeken. Deen geeft de lezer echte scènes, met personages die bijna allemaal een bijzonder trekje hebben dat ze eigen maakt, zowel mogelijke betrokkenen als de eilanders, als de politiemensen. Heerlijk: Show, don’t tell-thrillers.

janvanmersbergen