In één klap kwam het binnen: ziek. Het was een buikgriep of voedselvergiftiging, het sloeg op mijn maag en meteen nam het mijn lijf over. Ik lag op bed, ik las een boek, ik klapte het boek dicht en toen was het er. Ik rilde. Ik moest wat drinken. Ik kon niet meer ophouden met rillen. Koorts, mijn maag overhoop. Die nacht herhaaldelijk de route naar de wc.
Wat er met je lijf gebeurt: het verzet zich met alles tegen die ziekte, en dus word je helemaal hyper. Mijn hoofd ook. Ik dacht onophoudelijk na, en voor mijn gevoel kon ik juist daar niet van slapen. Niet zo zeer dus van het ziek-zijn, maar van gedachten.
Ik dacht aan een boek waarin een recensie over dat boek al in opgenomen was, op zo’n manier dat het complete boek eigenlijk meteen ook de recensie over dat boek was, en dat krankzinnige idee kon ik niet meer loslaten. Ik schreef in gedachten hele pagina’s, en ik dacht echt dat het goed was. Dat zoiets kon.
De volgende ochtend was ik helemaal slap en gaar. Die hele dag. Ik at niks, ik dronk alleen veel water en melk. Ik weet niet waarom, maar melk voelt altijd als een medicijn. Ik kon niks lezen. De letters van de woorden in mijn boek schoven langs elkaar, de woorden dansten over de regels. Ik keek uit het raam, en ook daar bewogen de vlekken voor mijn ogen, aan de andere kant van het glas, als glimwormpjes.
Weer een dag later was ik nog steeds kortademig, ik kon de trap amper op, ik at paracetamol. Iemand zei iets tegen me, geen idee waar het over ging. Die derde dag was ik bang dat het nooit meer over zou gaan. Ziek zijn is niet zo erg, als het maar wel over gaat.
Slapen ging niet, ook de derde nacht niet. Ik had vreselijke dorst. Bij mij bed staat een flesje water. Dat heb ik drie keer gevuld die nacht. Ik schuifelde door het huis, van bed naar badkamer. Langzaam. Ik had spierpijn. Van die dagen plat liggen op bed of op de bak had ik spierpijn gekregen.
Pas op de vierde dag, toen ik vroeg wakker werd en maar opstond omdat ik het liggen zat was, ging ik naar de winkel. Gewoon een boodschappenkar door de Jumbo duwen, dat voelde geweldig. Het lukte allemaal redelijk goed. Ik kon weer doen wat ik normaal ook doe.